Het verschil tussen chemische en minerale filters
Chemische filters absorberen UV stralen en minerale filters weerkaatsen UV stralen. Het voordeel van minerale filters is dat ze langer actief blijven. Producten met chemische filters dienen iedere twee uur opnieuw te worden aangebracht. Chemische filters geven meer kans op huidirritaties en allergische reacties.
Te vermijden chemische zonnefilters
Hierna volgt een lijst met chemische UV filters die je beter kunt vermijden. Een ingrediënt kan echter onder meerdere namen op de markt gebracht worden. Daarom heb ik er de meest belangrijke pseudonamen bijgezet:
2-phenyl-5-benzimidazole sulfonic acid: dit is een in water oplosbare zonnefilter (UVB) en kan contactallergie veroorzaken.
Benzophenone-3 of oxybenzone (10% ervan dringt diep in je huid door en kan de hormonale balans ontregelen), geeft allergieën, hormonale storingen en cel schade. Indien oxybenzone wordt blootgesteld aan zonlicht vormt het vrije radicalen. Dit zijn agressieve, instabiele zuurstofmoleculen die de lichaamscellen kunnen beschadigen, zorgen voor een snellere veroudering en het risico op kanker verhogen. Ook wordt oxybenzone in verband gebracht met zonneallergie. Het is een chemische stof die UV stralen (UVA en UVB) wegfiltert. Toegepast in zonnebrandcrème.
Benzophenylsalicylaat: toegepast als zonnefilter en in plastic als UV beschermer.
PABA/Para amino benzoic acid/Aminobenzoëzuur: is berucht als veroorzaker van eczeem. Dit is een zonnefilter (UVB) en wordt toegepast in zonneproducten. Kan in combinatie met zonlicht een allergie veroorzaken.
Butylmethoxydibenzoylmethaan/Avobenzon/Parsol 1789: is hormoonontregelend. Wordt toegepast in zonnebrandcrèmes. Is binnen een uur trouwens niet meer beschermend, omdat het door invloed van de zon in de huid wordt afgebroken. Het is een UVA zonnefilter. Deze stof kan een zonneallergie geven.
Isobutyl-para-aminobenzoaat: wordt toegepast als UVB zonnefilter in zonneproducten. Kan leiden tot een zonneallergie.
Isopropyldibenzoylmethaan: dit is een UVA zonnefilter die een overgevoeligheid voor zon kan veroorzaken.
4-Methylbenzylidene camphor/Methylbenzylideen kamfer(4-MBC): dit is een in vet oplosbare UVB zonnefilter. Kan contactallergie en zonneallergie geven en de hormoonhuishouding ontregelen. Toegepast in zonneproducten.
Octyldimethyl-PABA/eEscalol 507/Padimaat/Octyl-dimethyl-para-amino-benzoic-acid: hormoonontregelend. Toegepast in zonnebrandcrème. Het is een UVB zonnefilter.
Octylmethoxycinnamaat/Octinoxaat/OMC: chemische stof die UV stralen weg filtert. Deze stof is zelfs aangetroffen in moedermelk. Hormoonontregelaar en allergeen. Toegepast in zonnebrandcrème.
Natuurlijke zonnefilters, maar toch met een ?
Titaniumdioxide
Titaniumdioxide wordt toegepast als zonnefilter om te beschermen tegen zon. Het wordt ook in tal van andere cosmetische producten toegepast. Titanium is een wit pigmentkleurstof. Het geeft een product een mooie witte kleur. Het beschermt tegen UVB en deels ook tegen UVA stralen. Maar omdat het een wit pigment is laat het een witte waas achter op de huid. Daardoor is de nanotechnologie ontstaan. De deeltjes worden dan verknipt in zeer kleine deeltjes, waardoor er geen wit waasje meer op de huid ontstaat bij gebruik.
Helaas heeft deze nanotechnologie nogal wat negatieve kanten. De kleine deeltjes zouden schade kunnen richten aan lichaamscellen, indien ze in het lichaam dringen of ingeademd worden.
Daarom heb ik niet gekozen voor deze zonnefilter in mijn producten, en heb ik gekozen voor andere natuurlijke zonbeschermende ingediënten zoals 100% natuurlijke vitamine E.
Zinkoxide
Net als titaniumdioxide is dit een mineraal pigment dat tevens bescherming biedt tegen UVA en UVB stralen. Het is iets makkelijker smeerbaar dan titaniumdioxide, maar laat ook een witte waas achter. Ook hier wordt de nanotechnologie toegepast om de deeltjes te verkleinen, waardoor het witte waasje niet meer ontstaat. Zinkoxide reflecteert UVA stralen nog beter dan titaniumdioxide.
Nanotechnologie, wel of niet?
Nanotechnologie wordt dus gebruikt om minerale zonnefilters (zinkoxide en titaniumdioxide) in zo’n kleine deeltjes te verkleinen, zodat je huid niet het witte waasje krijgt. Voor een gezonde huid zijn nanodeeltjes niet heel slecht. Wel voor een huid met wondjes en eczeem, omdat deze deeltjes daar veel makkelijker doorheen dringen.
Bovendien kunnen deze deeltjes in poedervorm diep in je luchtwegen terechtkomen. Verwerkt in crèmes zijn ze veiliger dan in poeders in verband met het inademen van de kleine deeltjes.
Toch zou ik zelf kiezen voor de ‘normale’ mineralen van zinkoxide en titaniumdioxide. We weten ten slotte nog niet wat de nanotechnologie op de langere duur met zich mee gaat brengen.
Mijn hoofdvoorkeur gaat dus uit naar de natuurlijke vorm van vitamine E als zonnefilter. Deze werkt super en laat geen wittig waasje achter op de huid. Bovendien heeft vitamine E echt supergeweldige, huidherstellende en beschermende eigenschappen. In de ingrediëntenlijst op deze site vind je nog meer zonnefilters.